Test je vaarkennis: Waddenzee – Zoutkamperlaag

Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? Deze maand gaan we naar de Zoutkamperlaag, waar we ons afvragen: wie wijkt voor wie?

VRAAG

Wijkt de (niet vissende) viskotter uit de Paesensrede voor de zeilschepen? Wijkt de platbodem voor het zeiljacht?

Op de Zoutkamperlaag varen een zeiljacht van 14 meter en een charterschip (lengte over de stevens van 18 meter, lengte inclusief boegspriet 21 meter) richting de Noordzee. Er staat een noordwestenwind van Bf 4. Het schip uit de Paesensrede (met een lengte van 19,5 meter) wil de Zoutkamperlaag opvaren, richting Lauwersoog. Wie wijkt voor wie?

ANTWOORD

Op de Waddenzee geldt het BPR. Voor de schepen op de Zoutkamperlaag gelden de regels voor kruisende koersen. Het zeiljacht is een klein schip, want kleiner dan 20 meter. Het charterschip is óók kleiner dan 20 meter over de stevens, maar voert een gele ruit. Dat wil zeggen dat het een passagiersschip is (mag meer dan twaalf personen vervoeren) en daarmee geldt als groot schip. Het zeiljacht wijkt, ondanks het feit dat het over bakboord vaart. Klein wijkt voor groot.

Het schip dat uit de Paesensrede komt, vaart een hoofdvaarwater op. De scheidingston heeft de hoofdkleur groen en maakt dus deel uit van de groene tonnenrij op de Zoutkamperlaag. Hier gelden de regels uit artikel 6.16: ‘Uitvaren en invaren van havens en nevenvaarwateren en het daarbij invaren of oversteken van een hoofdvaarwater’. Het visserschip is volgens artikel 1.01 geen groot schip omdat het niet momenteel vist – dus geldt het als een klein schip. Het visserschip mag alleen de Zoutkamperlaag opvaren als dat geen gevaar oplevert (6.16.1). Het moet wijken voor het charterschip (klein wijkt voor groot, 6.16.3), maar mag medewerking verlangen van het zeiljacht (6.16.4).

SCHEIDINGSTONNEN OP DE WADDENZEE

Op de Waddenzee bepaalt de hoofdkleur van een ton de rij in het hoofdvaarwater. Ton nummer 3 ligt dus in de groene tonnenrij van het hoofdvaarwater.

Op de binnenwateren bepaalt de bovenkleur de rij in het hoofdvaarwater. Ton nummer 4 ligt dus in de rode tonnenrij van het hoofdvaarwater.

Op de Waddenzee worden de kardinale tonnen (geel, zwart) ook gebruikt op de scheiding van vaarwateren. De toptekens geven aan aan welke kant de ton gepasseerd moet worden. Ton 1 moet aan de zuidkant gepasseerd worden (de ondiepte ligt dan aan de noordkant van de ton), ton 2 moet aan de noordkant gepasseerd worden.

John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.

Word lid van de Varende Vrienden van EOC-nieuwsbrief

De Varende Vrienden van EOC is een bron van informatie: vaartips, onderhoudstrucs en boeiende verhalen van medeschippers.
Via onze nieuwsbrief krijg je de beste artikelen maandelijks in je mailbox.
Gratis en toegespitst op jouw voorkeuren!

John Coenders
John Coenders
Docent, auteur en gepassioneerd watersporter