Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? Deze maand duiken we in aanleg- en afvaartmanoeuvres.
VRAAG
Voor welke van de drie geschetste situaties kies je?
ANTWOORD
In situatie 1 wordt de voortros uitgezet, die voorkomt dat het schip naar achteren kan. Daarna is er alle tijd om de andere landvasten te zetten. Deze methode is veilig en zeker. Nadeel is dat er mogelijk een bemanningslid op de wal moet stappen.
In situatie 2 vaar je iets schuin op de wal aan en gaat de lijn, in het voorbijvaren, vanaf het voorschip om de meerpaal. Met slippende spring en het roerblad in stuurboord komt het schip langszij. Nadat de spring is vastgezet, laat je de motor in zijn vooruit staan totdat óók de voortros is uitgezet. De plaats van de voorste fender is belangrijk.
Als er een middenbolder aanwezig is, heeft situatie 3 mijn voorkeur. Het schip wordt dan tot naast de middenbolder gevaren, de landvast wordt erop belegd en met de motor in zijn vooruit en roerblad in stuurboord blijft het schip keurig tegen de wal liggen totdat alle landvasten zijn gezet. Met name als je in je eentje vaart, is dit een zeer geschikte methode.
TOELICHTING: TIPS BIJ AANKOMEN
Heb je een rechtsdraaiende schroef? Dan leg je bij voorkeur aan een bakboordwal aan, omdat op het moment dat je achteruit slaat, het achterschip naar de wal zal trekken.
Werk bij het aankomen en afvaren zoveel mogelijk vanaf het schip. Dat is wel zo veilig: geen gespring op wal of steigers en mocht er iets misgaan, dan staat je halve bemanning in elk geval niet op de steiger. Het juist werpen of inpikken van een lijn is een goed aan te leren, maar onderschatte vaardigheid. Uiteraard zijn vaardigheden van de schipper en de eigenschappen van de boot bepalend bij het kiezen van een aanleg- en afvaartmanoeuvre.
Neem de landvasten zo veel mogelijk dubbel. Dat wil zeggen dat de lus op het schip ligt en de lijn om de bolder wordt genomen en vervolgens belegd op het schip. Dat voorkomt lussen die op de wal blijven haken en mogelijk problemen veroorzaken bij het wegvaren. Het werkend eind komt altijd gemakkelijk los.
John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.
