Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? In deze aflevering bekijken we een uitgebreide vaarroute door Nederland en de bijbehorende vaarreglementgebieden.
VRAAG
Welke vaarreglementgebieden kom je tegen op deze tocht?
Je vertrekt met je motorschip (geschikt voor ruim water) op een langere tocht en hebt alle tijd van de wereld. Je start in Amsterdam, vaart naar Den Helder, doet op Texel Oudeschild aan en vaart dan aan de noordkant van de afsluitdijk naar Harlingen.
Vervolgens vaar je via Zoutkamp naar Delfzijl en doet ook Emden aan. Dan ga je via Friesland terug, en bij Stavoren richting Kampen.
Voorts is het de IJssel op en via de Nederrijn richting de Zuid-Hollandse en Zeeuwse wateren. Je volgt het kanaal door Walcheren en bereikt de Westerschelde. Tot slot doe je Terneuzen nog aan en uiteindelijk vaar je via Walcheren weer richting de thuishaven.
ANTWOORD
Je hebt het grootste gedeelte van de tocht te maken met het Binnenvaartpolitiereglement. Deze is geldig op alle binnenwateren van het rijk (dus ook Waddenzee, IJsselmeer en Zeeuwse stromen).
Dit geldt niet voor de Bovenrijn, Nederrijn, Pannerdenskanaal, de Waal en de Lek. Op deze wateren is het Rijnvaartpolitiereglement van toepassing.
In de Eemsmonding – Dollard is BVA/SRE van toepassing (art.18 SRE geeft specifieke voorrangsregels voor de Eemsmonding). Mocht zo’n regel conflicteren met de BVA dan heeft art.18 SRE prioriteit), en op de Westerschelde het SRW (Scheepvaartreglement Westerschelde).
Verder zijn er nog aparte reglementen voor de grensmaas en het kanaal Gent-Terneuzen.
WELKE REGLEMENTEN MOET JE AAN BOORD HEBBEN?
Alle schepen zijn verplicht om een bijgewerkt exemplaar van het geldige BPR aan boord te hebben (BPR art. 1.11). Dus ook kleine schepen, maar kleine ópen schepen uitgezonderd. Uit de toelichting blijkt echter dat gedekte en halfgedekte kleine schepen dit reglement wel aan boord moeten hebben. (Denk aan kleine zeilschepen met een voordek en sloepen met een voordek en voorpiek.) Een exemplaar dat via een elektronisch middel op ieder moment geraadpleegd kan worden, is ook toegestaan.
In het RPR-gebied hoeven kleine schepen de reglementen niet aan boord te hebben (RPR art. 1.11). Dat heeft wellicht te maken met het feit dat binnen dit gebied alle kleine schepen wijken voor grote schepen.
Je voldoet aan alle verplichtingen als je de Wateralmanak deel 1 aan boord hebt. Hierin is het BPR onverkort opgenomen, evenals de belangrijkste zaken uit het RPR. Van de andere reglementen zijn uittreksels opgenomen. Tezamen met de Watersportalmanak deel 2 en een recente kaart van het vaargebied beschik je dan over alle noodzakelijke gegevens en vaarreglementkennis voor een verantwoorde tochtplanning en een veilige vaart.
John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.