Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? John neemt ons dit keer mee naar het Van Starkenborgkanaal, waar een motorschip een vrachtschip op zich af ziet komen.
VRAAG
Wat is het juiste antwoord op de onderstaande drie vragen?
Het ongeladen vrachtschip (A) vaart van Lemmer naar Delfzijl. Het motorschip (B, lengte 12 meter) vaart op het Van Starkenborgkanaal richting Lemmer. Het motorschip ziet het vrachtschip recht op zich af komen, zo lijkt het, en twijfelt of het naar het midden van het vaarwater op moet draaien. Het zeilschip (C) kruist op. Het zeilschip heeft een motor klaar voor onmiddellijk gebruik. De wind is noordwest, met een kracht van Beaufort 5.
We hebben maar liefst drie vragen over dit scenario:
- Moet het motorschip opdraaien?
- Mag het vrachtschip op deze manier het vaarwater gebruiken?
- Mag de zeilboot daar laveren?
ANTWOORD
Het motorschip (B) vaart aan zijn stuurboordwal (6.17 lid 2) en schepen die niet aan hun stuurboordwal varen moeten wijken. Dit betekent: het motorschip houdt dus koers en snelheid.
Het vrachtschip (A) kan niet anders dan als aangegeven varen. Omdat het niet is geladen, voorkomt het op deze manier op de lager wal te worden gezet. Het schip lijkt op de wal af te varen, maar dat is niet zo. Het schuift min of meer schuin door het kanaal en zal voldoende ruimte laten voor het motorschip.
Het zeilschip (C), tot slot, mag op het Van Starkenborgkanaal niet kruisen, ook niet met een motor die gebruiksklaar is.
MEER INFO
Het Van Starkenborgkanaal valt onder vaarwegen genoemd in bijlage 15A van artikel 9.04 voor kleine schepen. Op de in deze bijlage genoemde wateren mogen zeilschepen niet kruisen, moeten kleine schepen een motor hebben die onmiddellijk klaar is voor gebruik en minimaal 6 km/u door het water kan varen, en moeten kleine schepen zoveel mogelijk aan de stuurboordwal varen.
Het vrachtschip is beperkt manoeuvreerbaar, doordat het niet is geladen en door de harde wind. Het motorschip en zeilschip moeten zich realiseren dat het vrachtschip, omdat zijn kop relatief hoog is, een zeer grote dode hoek heeft. Dat betekent dat als kleine schepen de schipper of de ramen van de kajuit / brug van grote schepen niet zien, zij ook niet door het grote schip zullen worden gezien.
John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.
