Test je vaarkennis: afvaren

Elke maand test docent watersport John Coenders je vaarkennis met een uit het leven gegrepen casus. Weet jij wat er moet gebeuren om ongelukken te voorkomen? In deze aflevering bekijken we hoe je het beste af kunt varen in de geschetste situatie.

VRAAG

Hoe vaar je in deze situatie weg?

Stel je voor: om vier uur meer je af met je boeg dichtbij de gele boeienlijn. Achter je ligt een tjalk. De lichten in het teken op de wal zijn gedoofd. De wind is west met een kracht van 4 Bf. Het getekende vaarwater ligt van west naar oost. Je bezoekt het terras en stapt rond zes uur op omdat je voor zeven uur geschut wil zijn. Je ziet dat de rode lichten in de driehoek inmiddels branden. De wind is iets afgenomen naar Bf 3 en je hebt een rechtsdraaiende schroef.

ANTWOORD

Er zijn zoals altijd op het water meer wegen die naar Rome leiden, afhankelijk van het schip, de omstandigheden en de vaardigheid van de schipper.

  1. Zet een voorspring aan bakboord (spring dubbel nemen); met het roerblad licht in bakboord en de motor licht in vooruit kom je gemakkelijk los van de wal. Ver genoeg om vrij te komen van de tjalk, maar niet te ver, anders zullen de stroom en de wind je wegzetten. In zijn achteruit kom je gemakkelijk vrij, de wielwerking zal je helpen als achteruit begint te slaan (het achterschip trekt in het begin meer of minder sterk naar bakboord). Als je bij B bent gekomen, kies je om via C naar buiten te varen (let op de stroom en wind, die je zullen verzetten). Mocht je een keer moeten steken, maak dan de draai in elk geval over stuurboord in verband met wielwerking.
  2. Je slaat achteruit en kiest ervoor om rustig achteruit naar C of D te varen. Nadat je op snelheid bent, is dat geen probleem. Je vaart in zijn achteruit tegen de stroom en wind in.
  3. Je keert het schip aan de wal. Je verhaalt de boeg van het schip langs de wal totdat het met de kop in de wind ligt. De stroom zorgt dat het schip makkelijk omgaat. Langs de wal staat er meestal minder stroom en ook minder wind. Zorg wel dat het schip altijd gezekerd is met een voor- en achtertros. Beleg de voortros na het verhalen even en vaar vervolgens weg tegen de stroom en wind in.
  4. Nog mooier is het als je voordat je aanlegt al bent gekeerd. Je legt dan aan met je boeg in de wind.

John Coenders werd al vroeg gegrepen door de schoonheid van het water en heeft zijn hele leven eraan gewijd. Eerst als buitensportdocent aan het CIOS en onderwijskundige, na pensioen door cursussen Klein Vaarbewijs te geven. Hij is dikwijls in zijn catamaran op het wad te vinden.

Word lid van de Varende Vrienden van EOC-nieuwsbrief

De Varende Vrienden van EOC is een bron van informatie: vaartips, onderhoudstrucs en boeiende verhalen van medeschippers.
Via onze nieuwsbrief krijg je de beste artikelen maandelijks in je mailbox.
Gratis en toegespitst op jouw voorkeuren!

John Coenders
John Coenders
Docent, auteur en gepassioneerd watersporter