Elke brand begint met één vonkje. Het is een gevleugelde uitspraak bij de brandweer. En elke brand was ooit met een vingerhoedje water te blussen. Het heeft dan ook zin goed voorbereid te zijn op dat ene vonkje of vlammetje en meteen in te kunnen grijpen.
Veel risico is er bij las- en slijpwerkzaamheden, maar met de juiste voorzorgsmaatregelen valt dat risico fors in te dammen.
- Zorg bij werfbezoek dat duidelijk is wie de brandwacht is. Het ontslaat niemand van het nemen van verantwoordelijkheid, maar het voorkomt wel miscommunicatie, waardoor er bijvoorbeeld niemand brandwacht is. Als je zelf de brandwacht bent, neem die taak dan ook serieus en draag het goed over als je de werf moet verlaten vanwege andere verplichtingen.
- Vanzelfsprekend moet voor er gewerkt wordt goed gecontroleerd zijn of alle brandbare materialen zijn verwijderd. Isolatiemateriaal, betimmering, purschuim, een emmer oude poetslappen… Het vormt allemaal een risico.
- Neem de omgeving waarin je deze spullen opruimt niet te krap. Vonken kunnen ver springen en bijvoorbeeld ook door openingen naar beneden vallen. Bijvoorbeeld precies in die emmer poetslappen.
- Vergeet ook de ‘binnenkant’ van de las- of slijpplek niet. Als er aan de buitenkant van de roef wordt geslepen, kunnen er ook vonken bij de betimmering komen. Alles wegslopen is niet heel kostenefficiënt, maar bij zulk soort werkzaamheden is het altijd nuttig een tweede persoon bij de hand te hebben die deze risico’s in de gaten houdt.
- Zorg dat er dan ook brandblusmaterialen binnen handbereik staan. Alleen signaleren dat iets smeult is niet voldoende, je moet er ook iets aan kunnen doen. Meer informatie omtrent brand preventie en bestrijding vind je in BPG-Brand-aan-boord-2018-R0 van Platform Zero Incidents.
- Denk ten slotte niet dat het risico is geweken zodra het werk is gedaan. Veel branden ontstaan juist in lunchpauzes en kort na werktijd, omdat er ongemerkt toch iets heeft liggen smeulen. Ga dus nog eens extra kijken of echt alles in orde is.
