Drie Haagse families: ‘er is meer tussen wal en schip’

Er zijn van die dagen dat je wel eens denkt “was ik maar in bed gebleven”. Deze gedachten varen doorgaans bij je naar binnen als alles tegenzit. Dat je dit denkt midden in je dagelijkse routine, of plat gezegd de sleur van alledag, begrijpen we nog wel. Maar dat deze hersenspinsels opborrelen tijdens je vakantie, gaat wel heel ver. Vakantie moet een fijne zorgeloze periode zijn van niets moet en alles mag. Zo begon de vakantie van drie Haagse families. Geen wolkje aan de lucht, maar dat kon niet zo blijven, nee natuurlijk niet. Laten we niet op de feiten vooruit varen en zeker niet in bed blijven liggen.

Met twee bevriende stellen hadden wij het plan opgevat om in juli 2019 met onze drie boten vanuit de Doeshaven in Leiderdorp naar Friesland te varen. Een tocht van twee weken. Wat een heerlijke provincie, wat een leuke mensen die Friezen. We belandden in het plaatsje Heeg, een dorp van ruim 2.000 zielen aan het Friese meer de Fluezen, waar we de boten netjes achter elkaar aan de kade vastlegden. We besloten daar te blijven, er was slecht weer in aantocht. Nou dat was geen straf! Een schitterende haven met uitstekende sanitaire voorzieningen. Bij aankomst nog een wandelingetje door de naastgelegen dorpsstraat gemaakt en wat boodschappen ingeslagen. Daar ging het al bijna mis.

TAALBARRIÈRE IN DE BUURTSUPER 

Na een tocht van twee weken is niet alleen de inhoud van je dieseltank gemillimeterd, maar ook de krat met bier. Tijd om de lege krat te vervangen door een zwaarder exemplaar in de pittoreske buurtsuper. De conversatie tussen een Hagenees en een Fries bracht op pijnlijke wijze de taalbarrière tussen twee volksstammen aan het licht. Als je in Amerika van New York naar Alaska reist, passeer je vijf verschillende tijdzones met een tijdsverschil van vier uur. Je overbrugt een afstand van een dikke 5.000 kilometer. Nu komt het, de New Yorker bestelt in Alaska na een lange reis een biertje, “Hi guy, can I get a beer?” De Alaskaan begrijpt hem en serveert een biertje.

Van tijdzones hebben we in ons ministaatje nog nooit gehoord, en de afstand Den Haag – Heeg bedraagt echt niet meer dan een benauwde 200 kilometer. Nu komt het, hier in ons kikkerlandje flikken we het toch maar; onbegrijpelijke blikken over-en-weer. Ik liep met de lege krat de buurtsuper in en vroeg aan de filiaalchef: ‘Waah ken ik mèn lijke kwèt?’ De brave man verschoot van kleur, sidderde van angst en dacht dat zijn laatste uur had geslagen. Stond hij nu oog in oog met een topcrimineel die kennelijk in zijn kliko-bak wat “menselijk afval” wilde dumpen? Ik zag de doodsangst in de ogen en begreep het misverstand. Ik verduidelijkte: ‘Waah ken ik mèn krat met leige bieâhflesse, wè noeme dat in de Haag de groene lijke, inleivere in deize gènige buâhtsupâh?’ De medewerker haalde opgelucht adem, keek naar de krat, pakte het stompe potloodje dat achter zijn oor geklemd zat en wees naar achteren: ‘Jo kinne de lege krat ynjaan by it kassa.’ Geen idee wat hij bedoelde, totdat ik bij de kassa kwam.

HERRIE VAN JEWELSTE 

Na een gezellige avond, waarin menig keer het ploppen van een bierdop te horen was geweest, gingen we naar bed, heerlijk knorren. Nou dat laatste konden we wel vergeten. Rond 01.00 uur een herrie van jewelste buiten. Er werd geschreeuwd en op mijn boot gebonkt met de opbeurende mededeling: ‘kom snel naah bùitûh want één vajje mate leg innut watâh.’ U begrijpt de noodmelding, er lag kennelijk iemand van onze vriendengroep in het water. ‘Hè nu? Midden in de nacht?’ Ik trok snel wat kleren aan en rende naar buiten, pikkedonker.

Op het lawaai waren meer mensen afgekomen die met hun zwaaiende mobieltjes zorgden voor een feestelijke verlichting rond de plek des onheils. Ze schenen in het water. Ik boog mij voorover en zag de vrouw van één van mijn vrienden tussen wal en schip in het water liggen spartelen. Een mens in (slaap)dronken toestand, schrikt zich op dat moment te pletter en stelt dan de meest domme vraag die je maar kunt bedenken: ‘Wat doe jij daar?’ De linkse hoek volgde direct: ‘ik ben bezag om hieâh spijkâhs op laagwatâh te zoeke, nâh goed?’ Haar mascara was aan alle kanten doorgelopen, het met waterstofperoxide behandelde permanentje, geplet. Een macaber gezicht van totale menselijke ontluistering.

Ik werd door de omstanders bijgepraat. Ze wilde de hond (red: een Rottweiler) gaan uitlaten. Toen het beest van de boot op de kant wilde springen, bleef hij met zijn achterpoten haken achter de opstaande rand van het schip. Het arme dier kukelde voorover en kwam tussen wal en schip in het water terecht. De dame, die nu daar beneden ligt, is op de kant gesprongen om het dier te grijpen. Helaas mislukt. Ze boog zich voorover, verloor het evenwicht en duikelde naast de hond in het water. Die schrok daar zo van, dat hij zwemmend de poten genomen heeft.

WAAR IS DE HOND?

Ik knikte en overzag de chaos, vrouw watertrappelend tegen een hoge kademuur en de hond “plète”. ‘Waar is de hond nu?’, vroeg ik. ‘Die zwemt waarschijnlijk, ergens in de jachthaven rond. Er is al iemand in het water gesprongen en zwemt achter het dier aan’, aldus een van de omstanders.

Onze vriend, het baasje van de hond en tevens echtgenoot van de dame in nood was inmiddels ook gealarmeerd en sprong op de kade zenuwachtig heen en weer. Hij had het niet meer van de spanning. Waar moest hij beginnen? Koortsachtig timmerde hij in een split-second het reddingsplan in elkaar. Eerst de hond, daarna zijn lieftallige vrouw, alles in de juiste volgorde. Ook hij plonsde het water in om zijn hond te redden. Zelf heb ik mij om zijn vrouw bekommerd en haar op het droge getrokken. Even later kwam het baasje met de hond al reddend zwemmend naar de kant. Ik sjorde de Rottweiler naar boven. Met een paar handdoeken heb ik het dier droog gewreven. Dat werd zeer gewaardeerd. Uit dankbaarheid sprong hij tegen mij op met zijn grote, sterke poten en likte mijn slaperige gezicht af, alsof hij wilde zeggen: “zau vriend dit hebbe we auk weâh gehad, hebbie nog wat te klùivûh?”. Ik hou van dat beest en dat weet hij. Bij mij thuis geen koektrommel op tafel maar een kluivenpot.

Onze vriendin heeft een warme douche genomen. Zelf ben ik mijn bed weer ingedoken. Morgen een nieuwe dag met nieuwe ronden en nieuwe kansen.

Deze column is tot stand gekomen in samenwerking met PassantenPlaatsen Boot (PBB) onder de titel “moet je nou toch eens horen wat wij tijdens het varen hebben meegemaakt”. Ook je verhaal delen? Stuur deze samen met een paar goede foto’s naar: passantenplaatsenboot@gmail.com.  

Word lid van de Varende Vrienden van EOC-nieuwsbrief

De Varende Vrienden van EOC is een bron van informatie: vaartips, onderhoudstrucs en boeiende verhalen van medeschippers.
Via onze nieuwsbrief krijg je de beste artikelen maandelijks in je mailbox.
Gratis en toegespitst op jouw voorkeuren!

Astrid Boogert
Astrid Boogert
Marketing medewerker