Laat ik maar met beide benen op de grond beginnen en wel in onze caravan op camping De Domp in Sneek. We hebben daar een vaste stek en komen jaarlijks terug. Onze boot ligt er in de jachthaven. Heerlijk genieten op de camping of op het water. Mijn zoon, die ook op de camping bivakkeerde, zwaaide op een mooie donderdag enthousiast de caravandeur open: ‘pa, vandaag komt de skûtsje-karavaan langs Langweer. Ik zou die zeilwedstrijd wel eens van heel dichtbij mee willen maken. Jij hebt een boot, dus….?’
Even een excuus voor mijn zoon. Hij is een wielerfanaat, weet alles van de Tour de France waar je het hebt over de tourkaravaan. Hij weet echt niet dat de skûtsjes geen karavaan, maar een vloot vormen. Heb ik dat bij deze rechtgezet.
Het skûtsjesilen hoeft waarschijnlijk geen nadere introductie. Voor de zekerheid toch even een korte uitleg: tijdens het officiële kampioenschap van de Sintrale Kommisje Skûtsjesilen, voor ingewijden de SKS, strijden veertien skûtsjes gedurende twee weken op de Friesen wateren om de kampioen-wimpel. De wedstrijd vindt traditiegetrouw altijd in de eerste twee weken van de noordelijke bouwvakvakantie plaats, daar wordt niet van afgeweken. De starttijd van elke wedstrijd is stipt om 14.00 uur. U raadt het al, ook daar wordt niet van afgeweken. Een skûtsje is van origine een platbodem en werd vroeger gebruikt om turf, mest en andere lading bij boerderijen te brengen. Deze zeilschepen werden vanaf de achttiende eeuw tot circa 1930 gebouwd. De lengte bedraagt twaalf tot twintig meter en de breedte ongeveer drieënhalve meter.
SPECTACULAIRSTE PLEKJE VEILIGSTELLEN
We haastten ons naar de boot, je kunt maar beter ruim op tijd zijn, de wedstrijd trekt altijd veel bekijks. We besloten het anker uit te gooien bij de Langweerder Wielen. Dit is een langgerekt meer ten zuiden van het Sneekermeer. Het is ongeveer drie kilometer lang, een kilometer breed en wordt naar het Sneekermeer toe steeds smaller. Het spectaculairste plekje om de wedstrijd te zien is recht tegenover Langweer. Daar zit een kromming en begint de versmalling van het meer. De schippers moeten halsbrekende toeren uithalen om hun skûtsje in een gunstige positie te manoeuvreren en de concurrent de loef af te steken of, zo u wilt, de wind uit de zeilen te nemen. Het anker in de plomp, een heerlijk zonnetje, een parasolletje uitgeklapt, een biertje uit de koeling en wachten op het spektakel. Kennelijk lagen wij op pole-position en dachten meer toeschouwers dat dit de beste plek was.
Ik vermoed dat al deze toeschouwers fan zijn van de film “de drie musketiers”, waarin Aramis, Athos en Porthos te pas en te onpas roepen; “één voor allen, allen voor één”. Vooral dat laatste, “allen voor één”, klopte die donderdag helemaal. Ze lagen met z’n allen in no-time voor ons. Wij zagen geen moer meer! Eerst nog vriendelijk gevraagd aan de schippers om wat op te schuiven: ‘kom nou, wij lagen hier toch het eerst, je ontneemt ons zo het uitzicht?!’ Dit bleek een kansloze missie te zijn, het krioelde van de boten en bootjes tot zelfs binnen de uitgezette betonning van de wedstrijd. We besloten het anker te lichten en te verkassen naar een rustiger stuk. We laveerden tussen de boten door en hebben echt alles, behalve dat ene vermaledijde wedstrijdbaken, gezien.
MIDDEN IN HET WEDSTRIJDWATER
Plotseling zaten we midden in het wedstrijdveld, of beter gezegd het wedstrijdwater. We schrokken ons rot! Vlak voor ons doemde het skûtsje van Sneek op, “De Sneker Pan”. Schipper Jappie Douwesz Visser had totaal geen oog voor dat nietige motorbootje wat zijn strijdplan kruiste. Wij zagen hem wel, want hij kwam in volle vaart op ons af. Ze zeggen altijd dat een boot in het water krimpt, nou deze niet hoor! De boeg van het skûtsje werd groter en groter. Ik drukte de gashandel helemaal naar voren en met een hartslag van tegen de 200 wist ik ternauwernood een aanvaring te voorkomen en ons vege lijf te redden. Gelukkig boord één glaasje Friesche Beerenburg daarna uitkomst, de hartslagmeter zakte naar normale proportie.
Die avond in de caravan las ik op internet een prachtig Fries spreekwoord: “Wa earst yn de roef komt hat kâns fan plak”. De vertaling: “Wie als eerste in het ruim komt, heeft kans op een goede plaats”. Dit spreekwoord stamt uit de tijd dat de skûtsjes werden gebouwd. U begrijpt nu dat alle schippers die vandaag als “allen voor één” voor mij zijn gaan liggen, nog nooit van dit spreekwoord hebben gehoord.
Deze column is tot stand gekomen in samenwerking met PassantenPlaatsen Boot (PBB) onder de titel “moet je nou toch eens horen wat wij tijdens het varen hebben meegemaakt”. Ook je verhaal delen? Stuur deze samen met een paar goede foto’s naar: passantenplaatsenboot@gmail.com.