Een schip als leven

 

EOC is een scheepvaartverzekeringsmaatschappij met een brede blik. Onze leden varen in de beroepsvaart, de pleziervaart, de charter- en passagiersvaart of wonen op al dan niet varende schepen en arken. Ieder EOC-lid heeft een ander waterverhaal. In de serie Scheepgaan tekent schrijfster Corine Nijenhuis ze op.

BEA PIJN-BLOM, MOTORSCHIP “BREGETTA”

Het was liefde op het eerste gezicht. Toen Bea en haar man in 1990 het motorschip “Bregetta” bekeken, was de keuze snel gemaakt. Ze kochten het voormalig beurtvaartschip om te wonen ente varen. Het was het begin van een onverwacht avontuur, even mooi als moeilijk.

Arme studenten zijn ze; Bea en haar man wonen, samen met hun zoontje, op een piepkleine etage in de Amsterdamse Pijp. Ze willen wat groters met een tuintje, maar dat is onbetaalbaar. Een woonschip is een prachtig alternatief, veel woningzoekenden zijn hun voorgegaan. Dat de “Bregetta” al is verbouwd tot varend woonschip, maakt haar perfect voor hun doel. Alleen de ligplaats in de Noorderhaven te Groningen past hun niet, maar dat geeft niets: ‘We waren enorm naïef, we dachten, we hebben het mooiste schip van Nederland, wij krijgen meteen een plek in Amsterdam.’ In de winter nemen Bea en Jan Pieter vaarlessen, halen hun vaarbewijs en oriënteren zich op ligplaatsen. ‘We vroegen aan scheepseigenaren in en rond Amsterdam of we langszij mochten liggen. Ze lachten ons gewoon uit. Of we wel wisten waar we het over hadden?’ Wanneer ze in het voorjaar van 1991 naar Amsterdam varen, weten ze niet waar het schip te meren.

“Bregetta” is een gemotoriseerd beurtvaartschip uit 1914. Als vrachtschip van een relatieschipper voer ze voor de meelfabrieken van Wessanen, die een dagelijkse, vaste dienst op Amsterdam en Rotterdam onderhield. Ze bleef tot 1978 in de vaart, bij één schippersfamilie. Daarna werd het schip verbouwd voor bewoning. De laatste schipper van de “Bregetta” vaart haar, samen met Bea en haar man, naar Amsterdam. Op het IJsselmeer vertelt hij alles over schip en motor. Bea schrijft het nauwkeurig op in een schriftje: ‘Wij hadden geen enkele kunde.’ Maar die kunde zullen ze zich snel eigen maken. Een geluk, want het zal broodnodig blijken dat het echtpaar kan varen met de “Bregetta”. Amsterdam is de jaren negentig ingegaan: met een gemeenteverordening uit 1989 wordt opgetreden tegen de wildgroei op het water. De “Bregetta” is gedoemd te blijven zoeken naar een ligplaats terwijl ze voortdurend wordt weggejaagd.

Het schip ligt een half jaar op werf ’t Kromhout. Veel te lang om te kunnen spreken van ‘overwinteren’, maar Bea is net bevallen van haar tweede kind. De werf geeft meermaals uitstel, maar uiteindelijk vaart de “Bregetta” naar de passantenhaven in het Nautisch Kwartier waar ze een maand mag blijven liggen. Onderwijl wacht Jan Pieter op antwoord van de gemeente op zijn verzoekbrieven om een ligplaats. Het blijft angstwekkend stil. Het echtpaar huurt, samen met drie andere scheepseigenaren, een steiger van Stichting Nautisch Kwartier, dat vervolgens failliet gaat vanwege de drastisch verhoogde erfpacht. Ze horen per maand of ze nog mogen blijven. Een ligplaats in de naastgelegen museumhaven zit er niet in: “Bregetta” is zeil- noch stoomschip, het motorschip uit 1914 is te modern. Er volgen processen vanuit de gemeente met als uitkomst dat de “Bregetta” naar de schepengevangenis moet. Hoe idealistisch haar man ook is: dat gaat Bea te ver. Ze veranderen de status van woonschip naar pleziervaartuig, en wonen vanaf dat moment illegaal aan boord. Wanneer ze horen over een nieuw te bouwen haven in Almere tonen ze belangstelling. En dan slaat het noodlot toe. Jan Pieter wordt ziek en sterft binnen een week. ‘Iedereen zei dat ik van het schip af moest, maar ik dacht; dan zit ik op een flat met twee kleine kinderen. Ik kan beter op het schip blijven want hier ben ik thuis.’ Bea blijft aan boord. Na een half jaar komt er een brief van de haven in Almere. ‘Ik heb de beslissing alleen moeten nemen. Ik kende niemand in Almere, maar in Amsterdam kon ik niet blijven.’ De “Bregetta” verhuist in 2000 naar Almere. Daar krijgt ze, na negen jaar zwerven, een vaste ligplaats.

Bea moet zich hernemen. Ook op vaargebied is alles veranderd nu ze alleen is. ‘Ik ben lid geworden van de LVBHB, de Landelijke Vereniging tot Behoud van het Historisch Bedrijfsvaartuig, omdat daar kennis en ervaring zit. Ik kan daar vragen stellen. Ik zat met de motor, ik ben een alfa, als er een onderdeel stuk is, weet ik niet wat te doen.’ Het is belangrijk te blijven varen. Bea’s zoon blijkt vaartalent te hebben en haar dochter is een goede maat. In 2004 varen ze met z’n drieën naar de reünie van de LVBHB in Den Haag. Daar wacht de “Bregetta” en haar bemanning een warm welkom. Het is het begin van een nieuwe fase: varen met een team. Haar kinderen vormen het jonge team. Andere teams worden samengesteld uit zo’n vijftien mensen die graag meevaren. Bea maakt voor elke tocht een vaarplan: ‘Ik vaar altijd op een plek met openbaar vervoer zodat mensen van boord kunnen. De meesten gaan een week mee, anderen blijven langer aan boord. Zoals de oud-schipper die met regelmaat opstapt, net als een studievriend van Jan Pieter. Intussen zijn we naar Berlijn geweest, naar Parijs, door de Ardennen via het hellend vlak van Ronquières en de schepenlift van Strépy-Thieu.’

De “Bregetta” is haast zelfvoorzienend, al is het op eenvoudige wijze. Bea stookt op hout en heeft een kleine pelletkachel. Alleen bij extreme kou gaat er een elektrisch kacheltje aan. Water wordt getankt met de slang, elektra komt van vier zonnepanelen. Een zuiveringsinstallatie vervangt het riool, voor het koken en de geiser in de douche is er gas uit flessen. Het water uit de keukenkraan blijft koud. ‘Ik overwinter in het ruim, ik leef met de seizoenen. Het schip maakt dat ik kan leven op mijn manier. Varen hoort daarbij; dat is de vrijheid.’ “Bregetta” zal in de familie blijven, als woonschip of als pleziervaartuig. ‘En dan zit ik, als negentigjarige op een stoel op het achterdek. Want de “Bregetta” is en blijft mijn leven.’

Bea Pijn-Blom en Amy Pluim Mentz maakten een boek over de geschiedenis van het beurtvaartschip: “Motorschip Bregetta. Varend door de tijd 1914-2019.” Een prachtig gebonden boek vol geschiedenis, techniek, persoonlijke verhalen, foto’s en ander beeldmateriaal. Te bestellen via www.lvbhb.nl.

Hijs de EOC-vlag!

Ben jij bij ons verzekerd en wil je ook zo’n fraaie EOC-vlag aan je mast hijsen?
Vraag een gratis exemplaar bij ons aan.
Ook als je oude vlag aan vervanging toe is, sturen wij er graag eentje op!

Corine Nijenhuijs
Corine Nijenhuijs
Corine Nijenhuis (1965) werkte na de Rietveldacademie als zelfstandig ruimtelijk vormgever. Daarna volgde zij de avondopleiding aan de Schrijversvakschool Amsterdam, waar ze cum laude afstudeerde. Zij debuteerde in 2011 met de non-fictie roman Luchtcowboy. In 2015 volgde Een vrouw van staal, de buitengewone biografie van een binnenvaartschip.