PADBREEDTE VERDER UITGELEGD
Een varend schip heeft meer ruimte nodig dan alleen de breedte van het schip. We gaan deze keer dieper in op de padbreedte.
De padbreedte van een schip is de ruimte die het schip nodig heeft, bij varen en/of manoeuvreren. Die padbreedte is nooit hetzelfde. In situaties met veel wind, stroming of bij manoeuvres is er meer ruimte nodig dan wanneer er rechtdoor wordt gevaren op open water bij windstilte. Toch valt er voor de andere gebruikers van de vaarweg redelijk in te schatten hoeveel ruimte een schip nodig heeft.
In normale situaties is de padbreedte van een schip ongeveer 1,5 keer de scheepsbreedte. Zodra het schip de bocht omgaat, wordt dat meer. Dat hangt helemaal af van de draaicirkel van het schip en de scherpte van de bocht.
Wind en stroming hebben een sterke invloed op de padbreedte. Bij wind wordt het schip in een andere richting geblazen dan de vaarrichting, waardoor het schip als het ware schuin over de vaarweg gaat. Zeker als een schip leeg is of een hoge belading heeft (zoals containers), is er veel invloed van de wind. Bij stroming gebeurt hetzelfde, maar dan onder water.
Niet alle factoren die de padbreedte groter maken zijn van buitenaf te zien. De ervaring van de stuurman en de belading spelen ook een rol. De bestuurbaarheid van het schip zelf ook. Het ene schip stuurt makkelijker dan het andere. Alleen de schipper kan dan nauwkeurig inschatten wat zijn padbreedte is, de medevaarweggebruiker kan dat niet.
Bij het tegenkomen of oplopen van een (groot) schip is opletten en goed de ruimte nemen dan ook het devies. Passeer elkaar alleen in situaties met voldoende zicht, ruimte en zo min mogelijk belemmerende factoren.
