Leeftijd speelt geen rol

…EEN PREVENTIEF WERKENDE EIGENAAR WEL

Op het water ziet het er al prachtig uit, zo’n machtig zeilschip. Maar op de helling is de “Fortuna” zo mogelijk nog indrukwekkender. Hoog steken de masten boven de werfbebouwing uit. Meer dan honderd jaar oude klinknagels zijn te zien op de kiel. Maar in de scheepvaart speelt leeftijd geen rol, alsof het niets is doorstaat de “Fortuna” zijn keuring, mede dankzij de zorgvuldigheid van de eigenaar.

‘Kijk, dat zie ik nou graag’, zegt EOC-expert Meemme Geertman. Op de trap naar het schip liggen de afsluiters, in zoveel mogelijk onderdelen losgedraaid. ‘Iedere schipper zou dat moeten doen bij een werfbeurt, maar ze doen het lang niet allemaal.’ Goedkeurend bekijkt Geertman de onderdelen. ‘Die dingen worden zo weinig gebruikt dat ze vaak vastzitten. En dat moet je toch niet overkomen op het moment dat je ze wél nodig hebt.’

Schipper-eigenaar Chris Staalsmid luistert een beetje verwonderd naar de lovende woorden van Geertman. Staalsmid: ‘Ik heb al eens gehad dat er eentje heel zwaar ging. Toen had ik ‘m niet dringend nodig, maar ik besefte wel: die moeten allemaal helemaal los tijdens een werfbeurt.’ En zo geschiedde. Goed schoonmaken, smeren, en ze kunnen er weer op. Eén van de lange, lange waslijst aan klusjes die Staalsmid nog moet doen voor zijn drukke seizoen als schipper op charterzeilschip de “Fortuna” weer begint.

‘In de week voor Pasen hebben we altijd een vaste boeking’, zegt Staalsmid. ‘De meeste charterschepen gaan pas met Pasen varen, maar wij zijn dus al een week eerder onderweg. Helemaal niet erg hoor, juist omdat het vaste klanten zijn, kunnen we mooi proefvaren voor het seizoen begint. Zij vinden het niet erg als er nog wat puntjes op de i moeten en werken met alle liefde mee het schip in perfecte staat te krijgen. Volgens mij vinden ze het zelfs leuk.’

ONDERHOUD

De winter, beginnend in de eerste helft van november, gebruikt Staalsmid voor het broodnodige onderhoud van zijn “Fortuna”. De topzeilschoener werd in 1913 gebouwd als Wad- en Sontvaarder, zeewaardig dus. In de eerste jaren werd er vrijwel uitsluitend vracht van en naar Denemarken gevaren. Het schip werd gebouwd om alleen met zeilen te varen, maar er kwam later ook een motor bij.

In de jaren 60 werden de masten eraf gehaald en werd de motor de enige besturing. Het schip heette toen “Marita”. Veertig jaar later, in 2005, kwam het schip in handen van een charterschipper. Die verbouwde het schip tot wat het nu is: een zeilend passagiersschip. De masten kwamen er weer op en het ruim werd omgebouwd tot passagiersverblijf. De oude woning werd verbouwd tot verblijfsruimte van de gasten en er kwam een goede keuken in. Buiten werd, net als binnen, veel hout gebruikt.

‘In 2012 kocht ik de “Fortuna”’, vertelt Staalsmid. Hij voer, na een carrièreswitch, eerder al bijna 8 jaar op “De Grootvorst”, ook een zeilend charterschip. Maar er kwam een tweede kind, de oudste moest naar school en dus besloot het gezin aan wal te gaan. Dat duurde niet lang. ‘Na drie maanden zei ik tegen mijn vrouw, we moesten toch maar een schip gaan kopen.’ De zoektocht duurde enige tijd, maar met de “Fortuna” schoot Staalsmid dan ook raak. ‘De “Fortuna” was precies wat ik toen zocht, een prachtig afgebouwd schip.’ Vrouw en kinderen wonen nu in Harlingen en varen niet meer mee.

Voor Staalsmid is het dus de tweede keuring met zijn “Fortuna”. ‘Hij zag er goed uit toen hij boven water kwam, maar je weet het nooit.’ Dit keer wordt alleen de casco-inspectie gedaan, niet de keuring van masten en tuigage. ‘Daar hoeft het schip niet voor uit het water. Het moet ook vaker, eens in de twee jaar.’ En met het ongeval in Harlingen nog vers in het geheugen, waarbij drie mensen om het leven kwamen toen er een mast afbrak, is zo’n frequente keuring geen enkel bezwaar voor Staalsmid.

ALLEEN MAAR DUITSERS

Van de week voor Pasen tot begin november is de “Fortuna” op het water te vinden. Staalsmid vaart dan samen met een matroos, vaak iemand die begint. Er kunnen 30 personen slapen op het schip. ‘We zijn vrijwel het hele jaar volgeboekt, op een groep na alleen maar Duitsers. Ik praat eigenlijk het hele jaar Duits’, zegt Staalsmid. ‘Het blijft opmerkelijk dat als je een Duitser vertelt welk werk je doet hij meteen in de gaten heeft wat je bedoelt, terwijl mijn buurvrouw in Harlingen geen idee heeft. En daar liggen nogal wat van dit soort schepen aan de kade!’

De markt voor de chartervaart ligt sowieso voor een heel belangrijk deel in het buitenland. ‘Dat is niet alleen bij mij zo, ook bij mijn collega’s. Gek genoeg leeft het in Nederland totaal niet. Terwijl we een unieke situatie hier hebben. Met een paar uur varen ben je alweer op een totaal andere plek. In de Oostzee is ook wel wat chartervaart, maar de reizen zijn daar veel eentoniger.’

BILGE-ALARM

Dan komt Geertman binnen, met een mededeling. ‘Ik heb ‘m lekgeprikt, stuurboord achter. Hij traande en toen ik wat beter klopte ging ik er zo door.’ Dat klinkt ernstig, maar het is ook meteen het enige plekje waar echt iets moet gebeuren. Op dezelfde plek aan bakboord is al eens een plaat opgelast. ‘Dat was ook reden voor mij om daar extra goed te kijken’, zegt Geertman.

En naast het slechte nieuws heeft Geertman nog een compliment voor de schipper: de bilge-alarmen die in elk compartiment zijn geplaatst. ‘Dat is eigenlijk alleen verplicht in de machinekamer. Maar waarom zou je er niet een in elk compartiment plaatsen? Zo’n grote investering is het niet.’ Geertman wijst op de grote hoeveelheid houten betimmering aan boord van de “Fortuna”. ‘Je moet er toch niet aan denken dat dat allemaal onder water komt te staan? Dan heb je echt een onvoorstelbare hoeveelheid schade. Terwijl het relatief makkelijk te voorkomen is.’

Een bilge-alarm is niet meer dan een sensor die enkele centimeters boven het vlak wordt gehangen. Zodra die water detecteert, gaat er een alarm af in de stuurhut. De schipper kan dan meteen kijken of er werkelijk iets aan de hand is en het probleem eventueel verhelpen. ‘Ook al is het alleen verplicht in de machinekamer, ik adviseer alle schippers op meerdere plekken zo’n alarm op te hangen. Je kunt overal schade krijgen door water op ongewenste plekken.’

Staalsmid hoort de complimenten van Geertman over zijn bilge-alarmen aan alsof het voor hem vanzelfsprekend is dergelijke alarmeringen goed op orde te hebben. ‘We varen met grote groepen mensen, die veelal onervaren zijn. Dan moet alles gewoon veilig zijn. En ook om zulk soort dingen in orde te maken hebben we een hele winter de tijd. Al moet er, uiteraard, veel ook nog op het laatste moment gebeuren.’

Dat gezegd hebbende wendt hij zich weer tot zijn to-dolijst. Nog even, dan begint het seizoen weer. Dan kan de “Fortuna” zich weer op z’n best tonen, met het dek vol en de zeilen bol.

Vraag een offerte aan

Meteen helderheid over de kosten? Dat is met een klik op de knop geregeld.
Vul je gegevens en de gewenste dekking in, dan sturen onze experts je vrijblijvend een offerte toe.

Astrid Boogert
Astrid Boogert
Marketing medewerker