Door een windpark varen, laverend tussen de reusachtige turbines. Dat was eens verboden, maar vanaf 1 mei 2018 mag het. Wel met restricties: alleen in bepaalde windparken, alleen met kleine vaartuigen en alleen overdag.
Het is druk op het Nederlandse deel van de Noordzee. Scheepvaart, boorplatforms, visserij, zandwinning en militaire oefeningen, ze hebben allemaal een stukje van het water nodig. Het kustgebied is ook het domein van de windparken. Er zijn er al een paar en er komen er nog veel meer bij. Een aantal van deze windparken is nu opengesteld voor doorvaart van kleine schepen. Met dit ‘meervoudig ruimtegebruik’ wil de overheid de beperkte ruimte op zee zo efficiënt mogelijk inrichten.
Het gaat om de windparken Luchterduinen (LUD), Offshore Windpark Egmond aan Zee (OWEZ) en Prinses Amalia WindPark (PAWP). Vaartuigen kleiner dan 24 meter mogen hier nu doorheen varen. Dat mag alleen van zonsopkomst tot zonsondergang, met AIS (minimaal klasse B) en marifoon aan. Er moet onder andere 50 meter afstand worden gehouden van een turbinepaal en 500 meter van een transformatorstation. Aanleggen is uiteraard verboden, evenals voor anker gaan. De Kustwacht controleert op naleving van deze regels.
Rijkswaterstaat vindt goed zeemanschap de basis voor een veilige doorvaart. Daar sluit EOC zich van harte bij aan. Dit betekent een goede reisvoorbereiding en een juiste inschatting van de risico’s. Is het verantwoord met dit vaartuig, deze bemanning en deze weersomstandigheden? Bij twijfel volg je de doorgaande scheepvaartroute om het park heen. De schadepost bij een aanvaring in of met een windpark zal enorm zijn: torenhoge bergingskosten en reparatie van peperdure installaties. Er zijn in de polisvoorwaarden geen uitsluitingen hiervoor opgenomen. Dus het mag, maar toon altijd je goede zeemanschap.
Meer weten of een vaartocht voorbereiden? Kijk op www.windopzee.nl. Hier vind je alle informatie, zoals de uitgebreide regels en nuttige veiligheidstips.
