Michel en Toziena van der Tuuk kochten hun schip in 2020 uit de beroepsvaart. Ze kortten de 39 meter lange luxe motor 7,5 meter in tot de oorspronkelijke scheepsmaat uit 1938 en verbouwden de Actief tot woonschip. Varend, want dat was het uitgangspunt. Ze varen dan ook veel, het hele jaar door. ‘Wij werken twee weken op en twee weken af. In die vrije weken zijn we meestal met het schip weg.’ Korte tochten in Friesland waar hun thuishaven is, naar andere steden of juist door stille gebieden. Tijdens vakanties maken ze langere tochten naar steeds een ander deel van Nederland. Het buitenland staat ook op de verlanglijst: ‘Het hellend vlak van Ronquières tijdens een rondje België!’
In de rubriek ‘Even Peilen!’ peilen we bij een EOC-lid aan boord hoe het er dagelijks op het vaarwater aan toegaat. Wat valt op en waar lopen – of varen – ze tegenaan? De EOC-peilschaal wordt iedere editie doorgegeven aan de volgende vaarweggebruiker. Zo krijgen we een uniek kijkje op het water vanuit alle verschillende stuurhutten, kajuiten en achterdekken die EOC rijk is.
HOE ONDERHOUDEN JULLIE EEN GROOT VAREND WOONSCHIP?
‘Een schoon schip is een blij schip. Daarom onderhoud je het zo goed mogelijk. We houden de standaard hoog. Elke drie jaar gaan we naar de werf voor een knippen-en-scheren-beurt, en elke zeven jaar voor de uitgebreide CVO-keuring. Daartussen doen we al het onderhoud boven de waterlijn in losse projecten. Roef, stuurhut, gangboorden, dekken. In voorjaar en zomer zoveel mogelijk buitenwerk, in de winter het onderhoud binnen, dan kruip ik de machinekamer in.’
JULLIE VAREN MET JE WONING. WAT ZIJN DE VOOR- EN NADELEN?
‘Wij zien enkel voordelen. Je hoeft nooit te bedenken wat er mee moet. Zolang je diesel, water en proviand hebt, kom je ver. We kunnen in géén tijd losgooien en varen. Dat doen we dan ook vaak. Het weer maakt niets uit, wij kunnen het hele jaar weg. Ook korte tochten, of gewoon even ergens liggen, op een meer bijvoorbeeld. Het is fantastisch om in de vrije natuur wakker te worden. En als varend erfgoed zijn we haast overal welkom, we verblijven graag in andere stadjes en havens.’
DE ACTIEF WAS BEROEPSVAARTUIG, MAAR VALT NU ONDER GROTE PLEZIERVAART. HOE IS DE INTERACTIE MET DE BEROEPSVAART?
‘Veel schippers kennen de Actief uit de vaart. Bij veel sluizen staat ze nog als vrachtschip te boek. Wanneer ik ons aanmeld en de sluismeester vraagt naar de vracht dan antwoord ik eerlijk: “Mijn vrouw en twee honden.” Toch mogen we dan tussen de vrachtschepen aan het remmingwerk liggen voor de nacht. We communiceren altijd via de marifoon. En we passen ons aan de beroepsvaart aan, zij krijgen ruimte en voorrang. De Actief is voor hen maar een klein schip.’
EN MET DE KLEINERE PLEZIERVAART?
‘Ook hun geef ik ruimte, maar om een andere reden. Veel pleziervaarders kijken niet achteruit, of pas op het laatste moment. Voor hen zijn wij juist een groot schip, en wij liggen niet zo snel stil. Maar tussen twee bruggen in drijf ik ze soms wel op, als het achterste bootje niet doorvaart maar dobberend blijft wachten op de volgende opening. Bij ligplaatsen onderweg leggen wij de Actief maar deels langs de steiger, voorop laten we de spudpaal zakken. Zo blijft er genoeg ruimte over voor anderen.’
WAT ZOUDEN JULLIE WILLEN WETEN VAN EEN VAN JULLIE COLLEGA’S OP HET WATER?
‘Zelf voer ik een tijd op een duwboot met bakken vol chemisch gas ervoor. Ik ben benieuwd: wat was voor een duwbootschipper een bijzonder object om te slepen of duwen?’