De behouden vloot

EOC is een scheepvaartverzekeringsmaatschappij met een brede blik. Onze leden varen in de beroepsvaart, de pleziervaart, de charter- en passagiersvaart of wonen op al dan niet varende schepen en arken. Ieder EOC-lid heeft een ander waterverhaal. In de serie Scheepgaan tekent schrijfster Corine Nijenhuis ze op.

Kees Hos (1939) en Tjeerdo Wieberdink (1951), Stichting Onderdak Nautisch Erfgoed Wieringen

Het begon met één gerenoveerde Wieringer aak. Inmiddels is er een Historische Hoek met vier schepen aan nieuwe, drijvende steigers en een stijlvolle werkplaats/ontmoetingsruimte, De Havenboet. 

In de Vissershaven van Den Oever drijven heden en verleden gebroederlijk bij elkaar. Aan de stenen kades wachten de moderne, stalen viskotters tot ze kunnen uitvaren, de Waddenzee op, op zoek naar garnalen en platvis. Aan de drijvende steigers liggen de houten vissersschepen van weleer. Drie Wieringer aken en een Wieringer skuutje. Ze zijn behoed voor teloorgang, al was dat soms op het nippertje. Vooral voor de WR60, genaamd “Jonge Jan”, is de redding een zege: het Wieringer skuutje is als enige overgebleven uit de vloot skuutjes waarvan de meeste vanaf 1880 werden vervangen door de grotere Wieringer aken. Het skuutje dankt zijn leven aan een groep vrijwilligers waarvan twee mannen de toon zetten: Kees Hos en Tjeerdo Wieberdink. Hun samenwerking is effectief door hun tegengestelde capaciteiten. Kees is de man van de arbeid, Tjeerdo van het geld. De eerste kon het schip restaureren omdat de tweede daar de mogelijkheden toe realiseerde. Want als bouwer verzamel je geen mensen om je heen, zegt Kees: ‘Dan bouw je. En het liefst alleen. Maar Tjeerdo verzamelt wel mensen, voor hulp en geld. Daarom zijn wij zo’n goede combinatie.’ 

Kees Hos en Tjeerdo Wieberdink

DE GESCHIEDENIS

De geschiedenis van de Historische Hoek begon met de WR173; de Wieringer aak die de naam “Twee Gebroeders” draagt. Gebouwd in 1915 in Workum, werd het schip eerst gebruikt als viskoopschuit, en vanaf 1926 als vissersschip. Tot 1960, toen werd de houten aak vervangen door een stalen kotter. De WR173 verdween van Wieringen om jarenlang elders dienst te doen als particulier recreatieschip. In 1976 werd het gekocht op initiatief van een schoolmeester, tevens voorzitter van Stichting Oud Wieringen, die de historie van het vroegere eiland wilde bewaren. Het schip was in slechte staat, ofwel ‘totaal verrot’ zoals Kees het noemt. Hij restaureerde de aak in samenwerkingsverband en timmerde een nieuw interieur op aanwijzing van oude schippers met kennis van zaken en praktische herinnering. Sinds 1991 is WR173 van Vereniging Aak, die het als nautisch monument beheert.  

In 2000 kreeg Kees zijn eigen Wieringer aak WR4 “Zelden Pas”. Een houten schip uit 1900 dat op haring en ansjovis viste in het voorjaar, op harder en bot in de zomer, op alikruken en kokkels in de winter. Toen hij het vond, was het nauwelijks nog een schip te noemen, het lag al jaren te verkommeren in een weiland. Kees bekeek het met lede ogen. En met angst: hij was bang voor brandstichting. Toen hij de eigenaar vroeg de aak te mogen opmeten, liet die weten dat het schip net weggeschonken was; als werk- en leerproject voor werkeloze jongeren in Steenwijk. Alleen was er geen werkplek, geen leermeester en eigenlijk ook geen werkelozen die tot timmerman zouden worden omgeschoold. Kees kon de aak gratis overnemen. Het schip zat grotendeels ‘in blik’, een gebruikelijke methode om grote reparaties aan de houten romp uit te kunnen stellen. Kees restaureerde de aak in vier jaar tijd om er, met zijn vrouw, tot 2021 mee te zeilen. Nu is het schip van Stichting WR60 en WR4, en vaart Kees er nog veel mee. Het liefst op het Wad ‘Want op het IJsselmeer zeil je in de groene soep, maar kom je op de Waddenzee, dan vaar je in de Fanta: bruisend en borrelend.’ 

KIJKEN NAAR DE TOEKOMST

WR60 “Jonge Jan” is het oudste schip in de Historische Hoek. Het skuutje (Hollandse benaming voor ‘schuitje’) werd gebouwd in 1840 in Makkum. Met haar spitse kop en kont danst ze over golven waar de Wieringer aak zich doorheen moet boksen. Die laatste verving het skuutje na 1880 omdat schaalvergroting schepen met meer laadruimte vereiste. De WR60 voer als charterscheepje toen ze in 2011 werd gekocht door Kees en Tjeerdo. Het schip werd naar Wieringen teruggebracht en op het landje bij het huis van Kees gezet; hij begon alvast met restaureren terwijl Tjeerdo nog moest starten met het verzamelen van financiële middelen. Maar diens voortvarendheid leverde genoeg subsidies, giften en verdiensten op om het skuutje tot in detail te kunnen herstellen in oorspronkelijke vorm, al moet daar soms een moderne mouw aan gepast worden. Zo werkte Kees met stalen schroefspijkers met ronde koppen die hij insloeg met een speciaal daarvoor gemaakte drevel, waardoor een vierkant gaatje ontstond dat precies lijkt op de originele vierkante nagelkop. Het respect waarmee het oude vissersscheepje wordt behandeld is terecht: uit dendrochronologisch onderzoek bleek dat een deel van het hout uit het vlak afkomstig is van een eik uit 1690. Voor Tjeerdo is WR60 het meest bijzondere schip van de vloot. ‘Ik glim om op het skuutje te mogen varen. Er is geen tweede van, het is het oudste visserschip van Nederland.’ Genoeg reden om Kees geen nieuw skuutje te laten bouwen: ‘Al heb ik de mallen nog liggen en timmer ik ‘m zo in elkaar hoor.’ 

‘Ik glim om op het skuutje te mogen varen’

Kees en Tjeerdo, nog steeds de drijvende kracht achter de Historische Hoek, kijken inmiddels naar de toekomst. Verjonging is noodzakelijk om de stichting te laten voortbestaan. Dat geldt voor het bestuur maar ook voor de werkgroep die de schepen onderhoudt. ‘Maar de oudjes zijn eigenwijs als de pest en drukken zo het enthousiasme van de jongere mensen weg’, weet Tjeerdo. Om dat te voorkomen is de Cursus voor Landrotten opgezet. Geen van de deelnemers mag vooraf zeilervaring hebben zodat niemand wordt overruled door een ander, en er meer ruimte is om te leren. Uit de cursus zijn al een aantal bestuursleden en werkgroepleden voortgekomen. Evenals deelnemers voor de Schipperscursus, die uiteindelijk zelfstandige schippers voor de vloot oplevert. Kees en Tjeerdo, de timmeraar en de regelaar, zullen een pracht van een erfenis nalaten. Maar voorlopig is er nog veel voortvarende beweging. Het past bij de mentaliteit, vindt Tjeerdo: ‘De haven uit en er weer in, dat is niet mijn ding. Ik wil ergens naartoe.’ 

In de zomermaanden zijn er ‘Wie vaart er mee?’-tochten. Meer informatie op www.onew.nl 

Vraag een offerte aan

Meteen helderheid over de kosten? Dat is met een klik op de knop geregeld.
Vul je gegevens en de gewenste dekking in, dan sturen onze experts je vrijblijvend een offerte toe.

Corine Nijenhuijs
Corine Nijenhuijs
Corine Nijenhuis (1965) werkte na de Rietveldacademie als zelfstandig ruimtelijk vormgever. Daarna volgde zij de avondopleiding aan de Schrijversvakschool Amsterdam, waar ze cum laude afstudeerde. Zij debuteerde in 2011 met de non-fictie roman Luchtcowboy. In 2015 volgde Een vrouw van staal, de buitengewone biografie van een binnenvaartschip.