Naam en logo zijn bekend. De donkerblauwe letters “NBKB”bovenaan het certificaat maken duidelijk dat niet EOC, maar een onafhankelijke organisatie het schip een stempel van goedkeuring heeft gegeven. Maar wat het Nederlands Bureau Keuringen Binnenvaart precies is en doet, dat is minder bekend. Tijd om de schijnwerper te zetten op deze belangrijke partner van EOC. We spreken vertrekkend directeur Henk Arntz en aankomend directeur Johan Schot. Over streng zijn, scheeps-APK en de rol van wrijfhout.
Eerst even terug in de tijd. Vanaf de jaren tachtig besteedde de overheid inspecties meer en meer uit. Aanvankelijk alleen de vlakkeuring, maar later werd de volledige inspectie van binnenvaartschepen overgelaten aan expertisebureaus en experts van verzekeraars. De Internationale Vereniging het Rijnschepenregister (IVR) nam de administratieve kant op zich en daarvoor werd de stichting NBKB opgericht. ‘Met het NBKB kreeg de IVR er een zusje bij’, zo omschrijft Arntz het. ‘In 2013 zijn we gemandateerd om in opdracht van de overheid de inspecties uit te voeren en de certificaten af te geven. Dit onder toeziend oog van de Raad voor Accreditatie, die controleert of we aan de meest strenge NEN-eisen voldoen. Internationaal is de norm dat overheden inspecties doen, dus we liggen onder een vergrootglas.’
STRENG, MAAR OOK HULPVAARDIG
Het NBKB doet niet alleen de administratie, maar controleert ook de werkzaamheden en rapportages van de inspecteurs. Met praktijkaudits als ultieme check, want het is belangrijk dat alle inspecteurs de wet op dezelfde manier interpreteren. Ook EOC-experts voeren inspecties uit onder de vlag van het NBKB, onafhankelijk dus van eventuele verzekeringsbelangen. ‘Experts hebben een stukje vrijheid in moeten leveren en vinden ons soms streng’, vertelt Arntz. ‘Ze zijn gewend met een klant mee te denken, maar een inspectie vraagt om een andere mindset. Het gaat om wat de wet, de ES-TRIN, eist. Als een schip volgens de wet paars gespikkeld moet zijn, dan moet dat.’
Dat het soms schuurt, ziet zijn collega ook. ‘Het NBKB is het wrijfhoutje tussen de inspecteurs en de overheid’, zegt Schot, nu nog Hoofd Afdeling Inspecties. ‘Wij maken de wet niet, maar zitten wel aan tafel en kunnen richting overheid aangeven: hier gaat het niet goed. De ES-TRIN krijgt iedere twee jaar een update en wordt alleen maar dikker, het is voor de individuele expert niet te doen om zelf alle wijzigingen bij te houden. Daarom trainen we de inspecteurs en organiseren we evaluatiedagen. Wij moeten ervoor zorgen dat zij hun werk goed uit kunnen blijven voeren.’
WREVEL EN ONBEGRIP BIJ SCHIPPERS
‘Expertisebureaus, verzekeraars en NBKB hebben hetzelfde doel: zorgen dat schepen veilig zijn’, vervolgt Arntz. Schot wil nog wel verder gaan: ‘Eigenlijk zou het niet hoeven, de schipper zou het zelf op orde moeten willen hebben. Het is feitelijk zijn verantwoordelijkheid.’ Beide mannen weten dat de praktijk weerbarstiger is. Schippers worden op zijn zachtst gezegd niet altijd blij van de verbeterpunten die een inspecteur oplegt. Soms ook wordt een certificaatinspectie gebruikt waarvoor hij niet bedoeld is, bijvoorbeeld bij aan- en verkoop. Arntz: ‘Een inspectie is als een APK-keuring. Als je een auto koopt, vaar je ook niet blind op de APK. Verkopers laten nog weleens het certificaat zien: ‘Kijk, hier een diktemeting.’ Maar dat zegt alleen iets over de gemeten waarde op de gemeten plek. Voor een compleet beeld moet je een aankoopkeuring laten doen en daar is een certificerende organisatie zoals het NBKB niet voor opgezet.’
“HALLO, KOM VAN HET NBKB”
‘Het NBKB mag wel wat meer bekendheid krijgen’, aldus Arntz. ‘Denk aan een ‘gekeurd door NBKB’-sticker op de stuurhut. Of een NBKB-vlag, dat handhavers weten: daar hoef ik niet te kijken, dat schip is volgens de regels gekeurd.’ Een mooie uitdaging voor Schot, die op 1 januari het stokje van Arntz overneemt. ‘Experts zouden nog duidelijker kunnen maken dat ze namens het NBKB komen inspecteren’, vindt de nieuwe directeur. Schot komt uit de praktijk: hij voer van jongs af aan met zijn ouders mee, studeerde HTS Scheepsbouw en deed vele inspecties voor expertisebureaus en overheid. ‘Ik heb denk ik wel duizend schepen aan de onderkant gezien. En later nog de veiligheidsinspectie gedaan van zo’n duizend schepen, van kleine tot gastankers.’ Hij wil met het NBKB op de ingeslagen weg doorgaan. ‘We zijn servicegericht naar inspecteurs en scheepseigenaren. De meeste inspecteurs ken ik, soms nog vanuit de schoolbanken. Ik wil samenwerken en van elkaar leren, want we moeten het met elkaar doen.’