Een goed schip en een goed plan

FAMILIEBEDRIJF GAAT MET AANKOOP VOOR ZEKERHEID

De “Red Dragon”, die gaat het worden. Een snel schip, precies de juiste maat en uitstekend onderhouden. De familie Koekkoek heeft haar keuze gemaakt, nu moet het schip alleen nog door de aankoopkeuring.

Hoog torent het 105 meter lange binnenschip boven de werf uit. Achterop staat een grote rode “B” en op de kop, in letters met een Oriëntaals randje, “Red Dragon”. Maar niet voor lang meer, als het aan de familie Koekkoek ligt. ‘We hadden iets soortgelijks, maar dan 20 meter korter’, vertelt Jan Koekkoek. ‘Mijn zoon Jacco vaart nu mee, dus we willen wat groters. Dit schip is perfect van partijgrootte: je kunt er de Rijn mee op, maar ook de kanalen en zijrivieren. Ik houd van twee walletjes eten.’ Hij lacht, maar heeft er duidelijk goed over nagedacht. ‘Dit schip is uit 1994, ouder dan ons huidige schip uit 2003, maar wel supergoed onderhouden. Helemaal nieuw werd me te duur, ik ben bijna vijftig en heb geen zin in een topinvestering. Nu is alles afbetaald tegen de tijd dat ik zestig ben, dan kan mijn zoon het overnemen.’

IN ÉÉN KEER GOED

Onder het schip klinkt een ritmisch getik, staal op staal. EOC-expert Jack Verhoeven laat zijn hamer het vlak afgaan. Het lijkt alsof hij lukraak een plek kiest, wat hamert en dit een paar meter verderop herhaalt. Maar niets is minder waar. ‘Kijk, hier zie je slijtage’, legt hij uit en wijst op een wat gladder stukje staal op de kim. ‘Keuren doe je met je ogen. Maar ik weet ook uit ervaring waar ik slechte plekken kan verwachten. Deze plek hier is waar het schip langs de kade of sluismuur schuurt. Maar ook net voor een spant is een beruchte plek, daar kan het staal aangetast zijn doordat er binnen water is blijven staan.’ Verhoeven tikt nog wat en zet dan met krijt een kruis. ‘Hier klinkt de huid het dunst, dus hier wil ik de dikte meten. Maar ik ga onder water weinig vinden, dat wist ik al toen ik aan kwam lopen. Het bouwjaar is 1994 en met al dat RVS aan dek zag ik het meteen: deze schipper heeft goed voor zijn schip gezorgd.’

Het compliment is voor Gerard Desmet, de verkoper. Terwijl op de Donau de loods aan het roer stond, maakte hij de chique RVS details die je op en rond de stuurhut tegemoet blinken. ‘Ik werk niet graag,’ geeft hij als verklaring voor de vele uren noeste arbeid. Een man die zijn trots verpakt met humor. ‘Ik doe het liever in één keer goed en heb het graag proper. Alles is RVS 316, hè. Die vleugel achterop, daar kunt ge op lopen.’ Dié test maakt geen deel uit van de keuring. Wel onderwerpt Verhoeven het schip boven en onder water aan een grondige inspectie.

De beunen zijn aan de beurt. ‘Soms zijn die helemaal verrot door slechte staalkwaliteit, ongecoate koelers of het ontbreken van anodes. Maar hier zijn de beunen zo goed als nieuw’, constateert Verhoeven. De roeren, schroefas en de boegschroefinstallatie bekijkt hij ook. Geen speling, geen slijtage; wederom valt er niets op aan te merken. Op de aangekruiste plekken meet hij de dikte, voor het vlakrapport dat mee moet naar de notaris. Het enige punt van aandacht is een slijtplek aan de stuurboordzij van het dubbelwandige casco. Hij haalt beide schippers erbij.  Ik meet 7,2 millimeter, dat is nog genoeg maar ik zou er preventief een slijtplaat op zetten.’ De mannen zijn het snel eens: die plaat komt er.

VOLLEDIG IN ORDE?

Het drietal verruilt de roestbruine hellingvloer van Offshore Ruijtenberg voor het glanzende dek van de “Red Dragon”. Verhoeven loopt eerst naar de machinekamer voorop. ‘Is hier alles op orde?’, vraagt hij. ‘Ik ga overal ‘ja’ op zeggen’, antwoordt Desmet. ‘Ik ben volledig in orde.’ Maar een expert moet kritisch zijn, dus komen er toch wat kleine gebreken aan het licht. Een wandcontactdoos zonder klepje, een ontbrekende sticker en de gasolietank blijkt niet van buitenaf afsluitbaar. Koekkoek: ‘Zet maar op het lijstje, doe ik die wel.’ Verder ziet alles er picobello uit, van de vloer kun je eten. Dat geldt ook voor het laadruim. Alleen constateert Verhoeven dat daar de blindflenzen op de ballastleidingen ontbreken. ‘Die zijn verplicht en hadden er al op moeten zitten’, meldt hij de verkoper. Desmet is principieel tegen: hij wil liever snel kunnen pompen als het laadruim vol water dreigt te lopen. Maar regels zijn regels, dus dit moet aangepast.

Wie zijn haren wil kammen kan terecht in de hoofdmachinekamer. ‘Zo netjes in de verf zie ik het zelden’, complimenteert de expert. Samen met Desmet loopt hij de installaties na. Het stuurwerk heeft een onafhankelijke back-up, sinds kort verplicht. Ook op de rest is niets aan te merken. Alleen het bilge-alarm zit wel erg goed verstopt, ergens onder de vloerplaten. ‘Laat Koekkoek even zien waar dat ding zit, hij moet dat weten , meldt Verhoeven. De vonkvangers zorgen voor nog een zoektocht. Ze zijn niet een-twee-drie te vinden, maar deze apparaatjes zijn tegenwoordig wel verplicht bij een motor met turbo. Desmet gaat het navragen bij de firma die de motor heeft ingebouwd. Weer een puntje voor de lijst.

Die lijst is niet lang, maar de eigenaar is toch een beetje nukkig geworden, van dat commentaar op zijn schip. In de riante stuurhut blijkt dat de boegschroefbediening één hendel moet worden. Weer iets, al had Desmet deze aanpassing al ingecalculeerd. Hij herhaalt nog eens wat zijn antwoord op vragen zal zijn: ‘Altijd ‘ja’.’ ‘Kunnen we een kopje thee krijgen?’, reageert Verhoeven gevat. Hij is ook maar boodschapper van de regelgeving en probeert de sfeer goed te houden. Dat lijkt te lukken. De kop thee komt op tafel, naast de map met certificaten. Verhoeven constateert dat die allemaal geldig zijn en tipt Koekkoek nog even welke papieren eigenaarsgebonden zijn en welke bijna aflopen. De keuring zit erop, samen neemt het drietal de lijst nog even door. ‘Is er iets dat ik niet heb gezien?’, vraagt Verhoeven. Dit keer volgt er geen “ja”, dus hij is klaar voor vandaag.

PELGRIM

Vooruitlopend op een beklonken koop heeft zoon Jacco de ankers alvast in een verse laag coating gezet. Volgende week zal de “B” plaatsmaken voor een “N”. Voor de familie was het geen vraag hoe het schip moet gaan heten. “Pelgrim”, zegt Koekkoek vastberaden. ‘Mijn vrouw heeft die naam 24 jaar geleden bedacht. Het wordt ons vijfde schip met die naam.’ Hun schepen hebben ze altijd bij EOC verzekerd. Ook zitten ze al zestien jaar bij dezelfde bevrachter. ‘Goede relaties moet je houden’, vindt Koekkoek. Met deze nieuwe “Pelgrim” breekt een nieuwe fase aan voor het familiebedrijf. ‘Jacco komt aan boord en we hebben een stuurman in dienst. Maar nu onze jongste dochter zestien is, kan mijn vrouw ook weer vaker meevaren. Daar ben ik heel blij mee.’ Zodra hij het koopcontract heeft getekend kan hij de letters op de kop vervangen. Als de rode draak weer te water gaat, zal het beestje zijn nieuwe naam dragen.

Laat je schip keuren!

Moet het certificaat verlengd worden, of ga je een schip aankopen?
Er zijn volop redenen om je bezit door EOC te laten keuren.
Onze experts hebben alle kennis in huis, zodat jij verzekerd bent van de beste zorg.

Astrid Boogert
Astrid Boogert
Marketing medewerker